Den Haag – Ruim twintig jaar na het faillissement van Lucas Bouw uit Rijswijk, heeft het gerechtshof in Den Haag besloten dat 28 onderaannemers en toeleveranciers hun geld terug moeten krijgen.
Het hof veroordeelde voormalig eigenaar Dirk Jan Lucas dinsdag tot het betalen van de schade die gelijk is aan onbetaalde facturen die de 28 bedrijven in de laatste acht maanden voor het faillissement van Lucas Bouw in 1993 indienden. Inclusief wettelijke rente gaat het om 5,5 miljoen euro.
Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) van Pieter Lakeman spande namens de schuldeisers een rechtszaak aan. Volgens hen hielden commissaris Willem Lucas en zijn zoon Dirk Jan Lucas (directeur) jarenlang de schijn van kredietwaardigheid op tot het bouwbedrijf uiteindelijk omviel.
De rechter oordeelde dat Dirk Jan Lucas al in 1992 had moeten beseffen dat zijn bedrijf “een zinkend schip was en dat het drijvend houden ervan in toenemende mate plaatsvond voor risico van leveranciers en onderaannemers”. En: “Het zonder waarschuwing doorgaan met het aangaan van verplichtingen en het afnemen van nog niet betaalde goederen en diensten is in de gegeven omstandigheden dermate laakbaar dat Lucas hiervan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Dit leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid van Lucas als bestuurder.”
Volgens Lakeman is er nog nooit zo duidelijk en streng geoordeeld over het te lang laten “doorzieken” van een bedrijf. “Dit is een wezenlijke aanvulling op de jurisprudentie.”
Uit Cobouw 16 10 2014