Pieter Lakeman ontvouwt zijn kijk op de ontwikkelingen rond accountant KPMG. Voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Justitie Joris Demmink en het advocatenkantoor De Brauw Blackstone spelen daarin een hoofdrol.
KPMG is weer in het nieuws wegens fraude-aangelegenheden. De Telegraaf heropende het dossier op 18 juni met het bericht dat de fiscale fraudezaak rondom het nieuwe hoofdkantoor van KPMG een volgend stadium had bereikt. Het strafrechtelijk onderzoek richt zich niet alleen op de rechtspersoon KPMG maar ook op een aantal (voormalige) topaccountants van de KPMG-organisatie.
Het is niet uniek dat een registeraccountant strafrechtelijk wordt vervolgd wegens fiscale fraude. Dat komt vaker voor. Maar meestal wordt de fraude voor cliënten uitgevoerd. Dat een accountant voor eigen gewin fiscaal fraudeert is relatief zeldzaam. En het is bijna uniek dat registeraccountants strafrechtelijk vervolgd worden voor fiscale fraude die is opgezet om de eigen kas te spekken.
Wat heeft Hommen bij KPMG bereikt?
Volgens diverse berichten heeft Jan Hommen, de ‘redder’ van ING, zich sinds zijn aantreden bij KPMG in mei 2014 bijzonder ingespannen om met het Openbaar Ministerie een schikking te treffen. Achteraf gezien lijkt dat zelfs een van de belangrijkste doelen van Hommen te zijn geweest. Dat streven is mislukt. Direct na dit echec blijkt hij te zijn vertrokken.
Hommen, die na zijn carrière bij Philips bij ING tot befaamd puinruimer was opgeklommen, houdt het voortijdig voor gezien bij zijn pogingen om ook het puin bij KPMG te ruimen. Hij was voor vier jaar benoemd, of korter, wanneer er een acceptabele opvolger zou zijn gevonden. Die blijkt nog niet gevonden te zijn. De door Hommen naar voren geschoven opvolgingskandidaat is volgens De Telegraaf onlangs door de Amerikaanse SEC afgeschoten wegens vermeende belangenverstrengeling. Een woordvoerder van KPMG verklaarde tegenover de krant dat er een onafhankelijkheidskwestie speelt ‘in de sfeer van functies bij andere opdrachtgevers of privébeleggingen’.
Wilde Hommen haastig het zinkend schip verlaten?
Dat Hommen zo’n kandidaat naar voren heeft geschoven, wijst op gebrekkig onderzoek dus op enorme haast waarmee Hommen zich van KPMG wilde distantiëren. Waarom had hij zoveel haast? Wilde Hommen het zinkend schip verlaten?
Vertelt Hommen de waarheid?
Op 3 april jl. schreef Het Financieele Dagblad dat Hommen bijna klaar was met KPMG. Inmiddels blijkt dat hij het al helemáál gehad heeft met KPMG. Tegen het FD zei Hommen:
‘Er is veel gebeurd bij KPMG en er is veel bereikt. Het is nu rustiger, dus heb ik meer tijd om terug te keren in mijn oude rol bij Ahold.’
Deze uitlating staat op gespannen voet met de waarheid. Zo te zien is er helemaal niets bereikt. Integendeel, sinds het aantreden van Hommen is de situatie voor KPMG ernstig verslechterd. Met de boete van zeven miljoen euro op oudejaarsdag 2013 wegens het toedekken van fraude bij cliënt Ballast Nedam werd tenminste nog een strafvervolging afgekocht. Maar dat ‘succes’ was al behaald vóór dat Hommen in mei 2014 op het tapijt verscheen. Nu lijkt een strafvervolging wél door te gaan en nog wel tegen een aantal topaccountants persoonlijk, voormalige bestuursleden en bovendien wegens fraude voor eigen gewin. Op 18 april vorig jaar schreef ik op FTM dat KPMG met dit laatste een grens had overschreden. Maar Hommen durft te beweren dat het ‘nu rustiger’ is.
Daarnaast maakte de Accountantskamer, onderdeel van de rechtbank Zwolle, een half jaar na het aantreden van Hommen, op 30 oktober 2014, bekend dat een eerder door SOBI ingetrokken tuchtklacht alsnog behandeld moet worden. Dat was een unieke stap, die Hommen tijdens een persconferentie nog poogde te verzwijgen. Het lijkt niet aannemelijk dat de Accountantskamer deze beslissing heeft genomen om een muizenkeuteltje op te laten ruimen.
Het lijkt niet aannemelijk dat de Accountantskamer deze beslissing heeft genomen om een muizenkeuteltje op te laten ruimen
Bijna nog opvallender is dat ook KPMG International niets bereikt heeft. Niet alleen Hommen heeft zich ingespannen voor het beëindigen van het strafrechtelijk onderzoek naar de fiscale fraude maar ook KPMG International heeft zich daarvoor tevergeefs ingespannen. In mei 2014 werd, tegelijk met Jan Hommen, de Chief Operational Officer van KPMG international bij KPMG Nederland gedetacheerd om de boel weer op de rit te krijgen. ‘De nieuwe rol van Hommen is niet onverwacht, maar de prominente rol van KPMG International in de omwenteling is echter wél opvallend’ schreef FTM op 27 mei 2014.
Lopen de klanten weg?
Niet alleen Hommen wil zo snel mogelijk het schip verlaten maar volgens De Telegraaf van 18 juni dreigen ook klanten weg te lopen: ‘[…] grote klanten, waaronder multinationals, stappen massaal over naar de concurrentie of dreigen dat te doen’. Dat zou begrijpelijk zijn. Een ‘meedenkende’ accountant is populair maar wanneer de soepelheid te duidelijk wordt gedemonstreerd hebben serieuze en eerlijke ondernemers alleen maar last van die soepelheid. Dat blijkt ook uit de Enron-affaire. Controlerend accountant Arthur Andersen joeg daarbij het Enron dossier door de papiervernietiger, waarna zoveel klanten wegliepen dat het accountantskantoor (een van de Big Five) failliet ging.
NRC Q onthulde reeds op 22 mei 2014 dat het Chemieconcern DSM verschillende eisen had gesteld voordat het KPMG als nieuwe accountant koos. ‘Het beursgenoteerde bedrijf heeft bijvoorbeeld de garantie afgedwongen dat het van KPMG af kan, mochten nieuwe schandalen aan het licht komen “waardoor DSM het vertrouwen in KPMG zou verliezen”’, verklaarde een woordvoerder van DSM tegenover NRC Q. Wanneer DSM jegens haar aandeelhouders betrouwbaar wil blijven overkomen is het gedwongen op de eerstvolgende aandeelhoudersvergadering een nieuwe accountant voor te stellen.
Waarom is het OM zo gebeten op KPMG?
En waardoor maakte Hommen zo’n beoordelingsfout?
Het meest waarschijnlijke scenario voor beide vragen is het volgende:
Op oudejaarsavond 2013 maakte KPMG op haar website bekend dat zeven miljoen euro naar het Openbaar Ministerie was overgemaakt om strafvervolging in de smeergeld affaire Ballast Nedam te ontlopen. Het meest interessante aan dit bedrag was dat het voor de helft een boete was en voor de helft een afdracht van crimineel verworven vermogen. Dat accountants vrijwillig miljoenen euro’s betalen als afdracht van crimineel verworven vermogen was in Nederland nooit eerder vertoond en zal ook elders een grote zeldzaamheid zijn.
Dat accountants vrijwillig miljoenen euro’s betalen als afdracht van crimineel verworven vermogen was in Nederland nooit eerder vertoond
Voor deze vernedering zijn twee verklaringen mogelijk. Eén verklaring is dat de advocaat van KPMG, De Brauw Blackstone, tijdens de onderhandelingen geblunderd heeft. Uit eigen ervaring weet ik dat deze mogelijkheid niet geheel uitgesloten moet worden, maar een andere verklaring zou kunnen zijn dat het Openbaar Ministerie om hem moverende redenen niet van deze eis wilde afzien en voet bij stuk hield. Wat zouden die redenen kunnen zijn?
Sorgdrager beëindigt onafhankelijkheid van het OM
Winnie Sorgdrager, namens D66 minister van Justitie in het kabinet Kok I, heeft eind vorige eeuw de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie in Nederland om zeep geholpen. Onder fel protest van de gezamenlijke procureurs-generaal werd deze onafhankelijkheid wettelijk afgeschaft en viel de uiteindelijke besluitvorming over strafvervolging in handen van de minister van Justitie. Deze regeling contrasteert sterk met de wetgeving in maffialand bij uitstek, Italië, waar het OM wél totaal onafhankelijk is van de regering (zeer tot ongenoegen van de voormalige premier Berlusconi die veelvuldig strafrechtelijk vervolgd werd). Men kan zich voorstellen welke diepe frustraties sindsdien bij het Nederlandse Openbaar Ministerie leven.
Sinds eind vorige eeuw kan de minister van Justitie, ook tegen de krachtige wens van alle procureurs-generaal in, besluiten een strafbaar feit niet te laten vervolgen. Die besluiten kan de minister aan zijn hoogste ambtenaar, de secretaris-generaal, uitbesteden. Die functie werd sinds november 2002 door Joris Demmink bekleed. Het vooraanstaande kantoor De Brauw Blackstone speelt een opvallende rol. Het kantoor trad niet alleen veelvuldig op als de privé advocaat van de in opspraak geraakte Demmink, De Brauw Blackstone was sinds mensenheugenis óók de advocaat van KPMG en tijdens het boekhoudschandaal in 2003 eveneens advocaat van voedingsconcern Ahold.
Strafrechtelijk onderzoek gesaboteerd
Al vóór dat de bewuste jaarrekeningfraude met US Food Service op 24 februari 2003 naar buiten kwam waren De Brauw Blackstone en de voormalige voorzitter van dat kantoor, Peter Wakkie, bezig de strafrechtelijke problemen van Ahold en haar accountant Deloitte glad te strijken.
Het dossier Ahold/Deloitte lag zelfs op tafel bij minister Donner van Justitie
Het dossier Ahold/Deloitte lag zelfs op tafel bij minister Donner van Justitie zoals ik uit zeer betrouwbare bron weet. Het dossier was het normale topniveau van de Procureur-Generaal dus ruim ontstegen.
Aannemelijk is dat Donner het dossier aan Secretaris-Generaal Demmink heeft overgelaten en dat onder diens leiding de strafzaak tegen Ahold en Deloitte tot een absolute farce is gemaakt. De zaken waarover het had moeten gaan waren balansvervalsing (door de toenmalige top van Ahold) en het goedkeuren van valse jaarrekeningen. Door publicatie van de vervalste jaarrekeningen over 2000 en 2001 hebben aandeelhouders Ahold bijna 20 miljard euro verlies geleden. Hiertegen is geen spoor van strafvervolging ingesteld.
In plaats daarvan is een juridisch circus opgetuigd om aan te tonen dat de Ahold top een side-letter niet aan de accountant had overhandigd. Daardoor had geen enkele aandeelhouder ook maar een cent schade opgelopen en de sideletter speelde geen enkele rol in de bekend geworden balansvervalsing. Zelf was ik in die tijd actief bij Ahold betrokken met succesvolle tuchtklachten tegen Deloitte. Daarmee heb ik aangetoond dat de fraude had berust op een absolute wanprestatie van de accountant bij de jaarrekeningcontrole.
De Brauw & Demmink
Drie maanden nadat de fraude bij de Amerikaanse dochteronderneming US Food Service naar buiten kwam, werd Hommen commissaris bij Ahold. Dat bleef hij tot 2007. Hommen speelde dus ook een rolletje bij de redding van Ahold. Hij moet ongetwijfeld onder de indruk zijn geweest van de juridische prestaties van De Brauw Blackstone en Peter Wakkie maar zal zeker niet vermoed hebben wat de waarschijnlijke oorzaak van dat succes was, namelijk de goede relatie van de Brauw Blackstone met secretaris-generaal Demmink. Hommen moet, toen hij de job bij KPMG aannam, gedacht hebben dat De Brauw Blackstone, die nog steeds advocaat van KPMG was, er ook in zou slagen de strafrechtelijke problemen van KPMG op te lossen.
Daarbij heeft hij mogelijk een belangrijke ontwikkeling binnen het Ministerie van Justitie gemist: op 1 november 2012 was Secretaris-Generaal Demmink met pensioen gegaan waardoor de vermoedelijke invloed van De Brauw Blackstone op het vervolgingsbeleid in witte boordenzaken niet meer bestond (en het OM eind 2013 ook zeven miljoen euro boete kon opleggen). Deze misrekening heeft er wellicht toe geleid dat Hommen de juridische mogelijkheden van De Brauw Blackstone heeft overschat.
Dat het Openbaar Ministerie niet langer onder de obstructie van Demmink lijdt zou een verklaring kunnen zijn voor de felheid waarmee het OM nu tegen de cliënt van De Brauw Blackstone optreedt.
Het valt overigens te hopen dat Nederland niet alsnog bezwijkt voor nieuwe Amerikaanse druk, ook al zou KPMG daardoor uiteenvallen en de status van Arthur Andersen (AA) bereiken.
Pieter Lakeman is voorzitter van de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie SOBI, directeur van Swapschade B.V. en redacteur van www.meldpuntdnb.nl .