Voorzitter Accountantskamer wijzigt standpunt

SOBI voorzitter Pieter Lakeman acht het besluit van de Accountantskamer om de behandeling van de klacht tegen Vestia accountant Noorlander (KPMG) te onderbreken onjuist.  De klacht heeft betrekking op de impliciete steun van accountants aan misstanden bij de handel in rentederivaten en vereist volgens SOBI een spoedeisende behandeling.  Door te wachten op een aangekondigde maar niet ingediende klacht van de AFM vertraagt de Accountantskamer de strijd tegen deze maatschappelijke misstanden.

Voor zover SOBI bekend is het voor het eerst dat een rechter een tuchtprocedure schorst omdat een andere instantie ook wil klagen. De stelling van de voorzitter van de Accountantskamer dat de klacht van SOBI niet voor mondelinge behandeling gereed is, is in strijd met zijn brief van 2 juli aan SOBI en KPMG waarin werd verzocht om opgave van verhinderdata voor de mondelinge behandeling van de klacht. SOBI en KPMG hadden hun verhinderdata vóór 9 juli doorgegeven.

SOBI vernam pas op 10 september (n.b. via een persbericht van de Accountantskamer) dat de Voorzitter van de Accountantskamer zijn standpunt had gewijzigd en alsnog een schriftelijk stuk van SOBI verlangt. SOBI betreurt deze gang van zaken en standpuntwijziging van de Accountantskamer te meer omdat deze pas zijn opgekomen ná dat de AFM bij de Accountantskamer had geïntervenieerd.

Geef een antwoord