Op 25 mei 2004 vond voor de Rechtbank Amsterdam een openbare comparitie van partijen plaats in de zaak van Stichting Leaseverlies/Consumentenbond tegen Dexia Bank Nederland NV. De rechtbank had SOBI en Pieter Lakeman in een eerder stadium van de procedure als belanghebbende toegelaten. Deze tussenkomst wordt een voeging aan de zijde van Dexia Bank genoemd. SOBI en Lakeman delen echter niet het standpunt van Dexia Bank en hebben in de procedure een eigen standpunt ingenomen.
Achtergrond en inhoud van de rechtzaak van Leaseverlies tegen Dexia Bank
Sinds begin 1994 bood Legio Lease B.V. aandelenlease contracten aan beleggers aan. In de loop der jaren heeft Legio Lease 89 verschillende produkten/brochures verspreid. Tot en met het eerste kwartaal 1995 is een aantal van die brochures (in totaal acht) door SOBI-voorzitter Pieter Lakeman op juistheid en volledigheid gecontroleerd. Nadat Legio Lease op aanwijzing van Lakeman tientallen verbeteringen in de brochures had aangebracht heeft Lakeman ze goedgekeurd.
Omstreeks 1996 heeft de initiatiefnemer van Legio Lease, Piet Hein Bloemink, zijn aandelen in Legio Lease B.V. aan Bank Labouchere NV verkocht. Dat was een dochter van Aegon. In augustus 2000 verkocht Aegon zowel Bank Labouchere als Legio Lease aan Dexia Bank Nederland. Nadien is Dexia Bank gefuseerd met beide vennootschappen. Daardoor is Dexia Bank rechtsopvolger van Legio Lease en direct aansprakelijk voor alle onrechtmatige daden van Legio Lease BV.
Leaseverlies, dat 93.000 beleggers vertegenwoordigt, stelt dat alle 89 brochures die Legio Lease (en rechtsopvolger Dexia Bank) hebben verspreid misleidend zijn, dat het produkt aandelenlease een slecht produkt is, dat Legio Lease onzorgvuldig is geweest bij haar verkoopinspanningen, dat Legio Lease onvoldoende heeft gekeken naar de financiële draagkracht van de potentiële klanten en dat Legio Lease vooral contracten probeerde te verkopen aan personen met een lager dan gemiddeld inkomen. Leaseverlies eist een verklaring voor recht dat Dexia Bank, mede als rechtsopvolger van Legio Lease, onrechtmatig heeft gehandeld.
In haar dagvaarding en conclusie van eis heeft Leaseverlies 29 van de 89 brochures aan de rechtbank overgelegd. De ontbrekende brochures heeft ze aan Dexia Bank gevraagd maar die was niet bereid ze te verschaffen.
In haar dagvaarding en conclusie van eis heeft Leaseverlies aandacht besteed aan het misleidende karakter van een in december 2000 door Dexia Bank geplaatste advertentie voor de zogenaamde winstverdriedubbelaar.
De andere 88 produkten/brochures heeft Leaseverlies niet expliciet behandeld. Wel heeft ze gesteld dat door het misleidende karakter van de advertentie vast staat dat alle 89 brochures misleidend waren.
Dexia Bank stelt dat Leaseverlies niet ontvankelijk verklaard moet worden omdat alle gevallen zodanig van elkaar verschillen dat ze niet in één procedure gezamenlijk behandeld kunnen worden, althans dat de eis van Leaseverlies en de Consumentenbond wordt afgewezen.
SOBI deelt het standpunt van Leaseverlies dat de advertentie in december 2000 voor de winstverdriedubbelaar misleidend was en dat de aangeprezen winstverdriedubbelaar een wanprodukt was. SOBI deelt niet het standpunt dat alle 89 door Legio Lease verspreide brochures misleidend waren of dat in alle 89 brochures wanprodukten werden aangeprezen of dat alle produkten onzorgvuldig zijn verkocht. SOBI is van mening dat de acht brochures die door SOBI-voorzitter Pieter Lakeman uiteindelijk in orde zijn bevonden aan alle te stellen eisen voldeden.
Waarom SOBI en Lakeman zich in de procedure hebben gemengd
In januari 2003 bleek uit diverse dagbladpublicaties dat Leaseverlies in een procedure tegen Dexia Bank had geëist dat de rechter zou vaststellen dat de door Legio Lease verspreide brochures misleidend waren. Wanneer de rechtbank zou vaststellen dat een of meer door Lakeman goedgekeurde brochures misleidend zouden zijn, zouden de reputaties van SOBI en Lakeman aangetast kunnen worden.
Daarom vroeg SOBI op 30 januari 2003 schriftelijk aan het bestuur van de stichting Leaseverlies of haar eis ook betrekking had op de acht door Lakeman in orde bevonden brochures. Op 10 februari 2003 stuurde SOBI een reminder. Op 17 februari 2003 ontving SOBI een brief van Leaseverlies waarin niet op deze vraag werd ingegaan maar waarin het inmiddels door Dexia aan beleggers aangeboden voorstel werd besproken. Op 25 februari 2003 schreef SOBI direct aan de advocaat van Leaseverlies, mr Schonewille, dat SOBI in de procedure zou tussenkomen tenzij Leaseverlies haar eis zou intrekken met betrekking tot de brochures die door Lakeman waren goedgekeurd en die intrekking in een persbericht zou bekend maken.
Op 7 maart 2003 bedankte de Stichting Leaseverlies schriftelijk voor de ingezonden gegevens en verzocht Lakeman € 45 over te maken zodat zijn registratie als deelnemer gecompleteerd kon worden.
Na deze ontwijkende reacties van Leaseverlies waren SOBI en Pieter Lakeman wel gedwongen zich in de procedure te mengen om hun eigen standpunt naar voren te brengen. Dat standpunt houdt kort gezegd in dat de eis van Leaseverlies m.b.t. de door Lakeman gecontroleerde en in orde bevonden brochures wordt afgewezen.