Procedure tegen Deloitte inzake Ahold
Inmiddels was SOBI in februari 2008 een civiele procedure tegen Deloitte Nederland en voormalig financieel directeur Michiel Meurs van Ahold gestart. Deze stelden dat de Nederlandse rechter niet bevoegd was en dat alleen voor Amerikaanse rechters geprocedeerd zou kunnen worden. Ruim twee jaar later, op 23 juni 2010, bepaalde de Amsterdamse rechtbank dat zij wel bevoegd was. Deze uitspraak betekende een juridische doorbraak op wereldniveau. SOBI kent geen ander voorbeeld waarin een West-Europese rechter zich bevoegd had verklaard recht te spreken over geschillen die samenhingen met uitspraken van Amerikaanse rechters in class actions.
Daarna werd een andere bijzaak uitgeprocedeerd: Deloitte wilde functionarissen van US Foodservice en haar leveranciers van US Foodservice voor de Amsterdamse rechtbank in vrijwaring dagvaarden alvorens over de zaak zelf verder te procederen. Deloitte bracht daarvoor als argument naar voren dat zij, wanneer zij veroordeeld zou worden, regresrecht had op die Amerikaanse functionarissen.
In februari 2011 kreeg Deloitte de gevraagde toestemming. Voorzover bekend heeft Deloitte Nederland de Amerikanen echter niet gedagvaard. Dit incident leek dus meer een schijnmanoeuvre van Deloitte.
Medio 2011, na ruim 3 jaar, diende Deloitte haar inhoudelijke conclusie van antwoord in. Daarin stelde Deloitte dat Deloitte Nederland BV niet de voortzetting van Deloitte & Touche Accountants was (die de jaarrekeningen 2000 en 2001 van Ahold had goedgekeurd) maar een geheel daarvan losstaande vennootschap. Dat was in strijd met eerdere publiciteit rondom Deloitte waarin over een naamsverandering werd gesproken. De maatschap Deloitte & Touche Accountants is nimmer bij de Kamer van Koophandel ingeschreven geweest en Deloitte Nederland B.V. is op 1 juni 2004 opgericht, ruim twee maanden nadat SOBI de tuchtklacht tegen de accountant van Deloitte & Touche Accountants had ingediend.
Omdat formeel de verkeerde partij was gedagvaard bleek het medio februari 2012 tot onze spijt noodzakelijk de procedure door te halen.
Er vindt momenteel intern overleg plaats over nadere stappen tegen Deloitte.
Het NRC Handelsblad van 9 februari 2012 toonde een kop over vier kolommen met de tekst:
VEB: Deloitte paste truc toe
Naar aanleiding van de truc van Deloitte maakte de VEB omstreeks 7 februari 2012 bekend dat ook zij Deloitte heeft gedagvaard. Het NRC-artikel vervolgt:
‘Waarom dagvaardt de VEB pas nu Deloitte? Volgens directeur Jan Maarten Slagter van de beleggersclub omdat Deloitte vanwege een “onfatsoenlijke truc” in de rechtsgang de dans dreigde te ontspringen. Doordat de maatschap Deloitte vennootschap is geworden, bestaat het risico dat de accountant na jaren traineren en procederen in zaken van Lakeman alsnog om technische redenen gevrijwaard blijft van claims. Kort gezegd: aan het eind van de procedure zegt Deloitte dat klagers bij het verkeerde loket aanklopten.
Een woordvoerder van Deloitte noemt dit verwijt “onzin”. “Deloitte heeft zich altijd inhoudelijk verweerd en het is openbare informatie dat onze maatschap een vennootschap werd.” ‘
Het verwijt van Slagter is echter helemaal geen onzin. Wanneer de maatschap Deloitte & Touche inderdaad een vennootschap zou zijn geworden zou er geen probleem zijn geweest. De mededeling van Deloitte aan NRC Handelsblad is een leugen. Het hoofd juridische zaken van Deloitte Accountants B.V. heeft op 8 februari 2012 telefonisch aan SOBI-voorzitter Pieter Lakeman meegedeeld dat de maatschap ontbonden is en de advocaat van Deloitte Nederland (Stibbe) schreef twee dagen later aan de advocaat van SOBI dat zij uitsluitend Deloitte Accountants vertegenwoordigt en verwijst voor vragen met betrekking tot de voormalige maatschap en/of haar maten naar Nauta Dutilh.
De procedure van de VEB tegen Deloitte – die er veelbelovend uitziet – is overigens mede gebaseerd op de door SOBI gewonnen tuchtklacht.
Procedure tegen Meurs
Slechts enkele deelnemers hebben mee geprocedeerd tegen Michiel Meurs die binnen het bestuur van Ahold de meest opvallende fouten had gemaakt. De Amsterdamse rechtbank had al in juni 2010 beslist dat aandeelhouders Ahold geen schadeclaims meer tegen Meurs konden indienen, zelfs niet wanneer zij geen vergoeding uit de Amerikaanse schikking met Ahold hadden ontvangen.