De overeenkomst van Woningcorporatie Vestia en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw met de banken waarbij de banken 2,0 van de 2,5 mrd. winst definitief hebben ontvangen is mogelijk het resultaat van afpersing.
Vestia en het Waarborgfonds hebben maandenlang voet bij stuk gehouden in hun geschil met de banken over de verkoop van rentederivaten. Om de kans op faillissement te verminderen had Vestia haar vastgoed aan het Waarborgfonds in onderpand gegeven. Het was ook een effectief middel om de banken te laten inbinden. De deal van 19 juni doet geen recht aan de eerder ingenomen posities. De rentederivaten waarvan Vestia bij komende rentestijgingen had kunnen profiteren worden omgezet in leningen waardoor Vestia niet meer kan profiteren van komende rentestijgingen. Daarmee hebben Vestia en het Waarborgfonds definitief een winst van 2 miljard euro naar de banken toegeschoven. De banken hebben slechts afgezien van een winst van 500 miljoen euro. Vestia heeft slechts het recht behouden civiele claims in te dienen wegens fraude, omkoping of grove schuld maar niet wegens tekortschieten in de zorgplicht. Door deze bepaling te accepteren hebben Vestia en het Waarborgfonds afgezien van reële mogelijkheden om de schade op de banken te verhalen.
Deze voor Vestia en het Waarborgfonds zeer ongunstige deal kan volgens SOBI-voorzitter Pieter Lakeman maar één oorzaak hebben: het recente dreigement van de banken dat rente op toekomstige leningen aan corporaties verhoogd wordt wanneer Vestia en het Waarborgfonds niet toegeven.
Omdat het Waarborgfonds onder het ministerie van Binnenlandse Zaken valt en SOBI niet uitgesloten acht dat de Nederlandse staat indirect is afgeperst zijn deze conclusies en vermoedens ook aan de Tweede Kamer gemeld.
Hoogachtend,
Pieter Lakeman,
Voorzitter SOBI