Griekenland en Italië werden van de ondergang gered door ingrepen van de ECB die volgens columnist Pieter Lakeman een donkere keerzijde hebben.
Mario Draghi, sinds 2011 president van de ECB, kreeg aanvankelijk veel waardering. Onder zijn leiding nam de ECB vergaande maatregelen om de rente in de eurozone te verlagen. Op 10 maart van dit jaar kwamen de ECB en Draghi echter negatief in het nieuws nadat voor de zoveelste keer was besloten de rente in de eurozone te verlagen. Banken kunnen nu tegen nul procent rente bij de ECB lenen. Ook gaat de ECB meer staatsobligaties kopen namelijk voor 80 miljard euro per maand in plaats van 60 miljard euro per maand. Dit besluit werd door bijna de gehele directie van de ECB gesteund, maar viel vrij slecht bij financieel deskundigen onder wie de voormalige president van De Nederlandsche Bank Nout Wellink.
De directie van de ECB omvat ook presidenten en oud-presidenten van nationale toezichthouders op het bankwezen. Die hadden aanvankelijk één ding gemeen: zij hadden gefaald want ook in hun land is het bankwezen door de kredietcrisis van 2007/2008 in problemen geraakt. Tot dit gezelschap van vakmatig mislukte mannen behoorde ook Draghi die in 2006 gouverneur van de Italiaanse Centrale bank was geworden. Eerder, van 2002 tot 2005, was Draghi bij Goldman Sachs actief geweest als vicepresident voor de afdeling Europa. Daar viel ook Griekenland onder. Draghi is dus, los van zijn feitelijk gedrag, formeel mede verantwoordelijk te stellen voor het bedrog dat Griekenland en Goldman Sachs in 2001/2005 met enorme renteswaps hebben gepleegd om Griekenland tot de eurozone toe te laten. Goldman Sachs heeft aan dat bedrog miljarden dollars verdiend.
Voordat Draghi in 2011 tot president van de ECB werd benoemd zijn hem door afgevaardigden van de Europese commissie vragen gesteld over zijn werkzaamheden bij Goldman Sachs inzake Griekenland. Zijn antwoord was : ‘Ik had er niets mee te maken. De overeenkomsten tussen de Griekse regering en Goldman Sachs waren afgesloten voordat ik bij Goldman Sachs kwam.’ Blijkens deze tekst ontkende Draghi betrokkenheid bij het afsluiten van de overeenkomsten. Hij ontkende niet betrokken te zijn geweest bij de latere uitvoering van de overeenkomsten. Die vond plaats toen Draghi vicepresident voor Europa was.
Draghi voegt daar nog aan toe: ‘Hoewel Goldman Sachs verwachtte dat ik met de publieke sector zou werken, had ik geen interesse en zin om met de publieke sector te werken. Ik wist niets van die dingen, noch had ik later iets met die dingen gedaan. Dat kun je aan iedereen vragen.’
De stelling van Draghi dat hij geen interesse en zin had om met de publieke sector te werken is weinig overtuigend, omdat hij vrijwel direct na zijn werkzaamheden bij Goldman Sachs gouverneur van de Italiaanse Centrale Bank is geworden. Maar los van de vraag voor welke bemoeienissen Draghi verantwoordelijk gesteld kan worden, zal het voor Goldman Sachs vervelend zijn wanneer Griekenland failliet zou gaan.
In 2010 kwam naar buiten dat de Grieken hadden gefraudeerd met hun cijfers. Het begrotingstekort voor 2009 bleek niet 3,7 procent maar 12,5 procent van het bruto nationaal product te zijn. Volgens de regels mag de staatsschuld van een lidstaat niet meer dan 60 procent bedragen. Volgens Eurostat bedroeg de Griekse staatsschuld in 2010 al 143 procent van het BNP. De media stonden bol van een dreigend faillissement van Griekenland en velen hielden rekening met die mogelijkheid.
De ECB presenteerde in 2011 onder leiding van Draghi deze doelstelling: het faillissement van Griekenland voorkomen door het opleggen van structurele hervormingen. Later kreeg een andere doelstelling meer publiciteit, namelijk het stimuleren van de economie in de eurozone en het voorkomen van deflatie.
Wat is sindsdien bereikt?
Faillissement van Griekenland vooruitgeschoven
Er zijn maatregelen getroffen om Griekenland te disciplineren en zich te laten hervormen. Er zijn vele structurele hervormingen doorgevoerd, waaronder de ingrijpende verhoging van de pensioenleeftijd van 62 jaar na 68 jaar. De Grieken hebben al een langere werkweek dan de meeste Europese landen. Wanneer je beseft dat men er in 2011 in brede kringen van uitging dat Griekenland failliet zou gaan omdat de staatsschuld onhoudbaar hoog was, dat dit percentage sindsdien niet is gedaald maar gestegen, terwijl de rente op de staatsschuld sterk is gedaald, moet je erkennen dat het faillissement van Griekenland nog lang niet is afgewend. Hoogstens kan je constateren dat het faillissement door de enorme renteverlaging is vooruitgeschoven. De staatsschuld van Griekenland was van 170 procent in 2011 naar 177 procent in 2014 gestegen. Die van Italië steeg in dezelfde periode van 121 procent naar 132 procent. Die stijging was bijna twee keer zo sterk als de stijging in de gehele eurozone.
Doordat structurele maatregelen onvoldoende waren om Griekenland financieel te redden, stond slechts één weg open om het faillissement van Griekenland vooruit te schuiven, namelijk de rente op Griekse staatsobligaties verlagen. Dat is niet echt helder gecommuniceerd. Die verlaging zou alleen mogelijk zijn wanneer de rente in de hele eurozone verlaagd zou worden. Bijkomend effect (bijkomend voordeel zullen vele collega’s van Draghi gedacht hebben) was dat ook andere landen daarvan konden profiteren. Die landen behoren tot de door Jaap van Duijn in De Telegraaf van 12 maart 2016 geïntroduceerde Club van Honderd, waarmee hij de landen met een staatsschuld van meer dan 100 procent aanduidde. Erelid van de club is en blijft natuurlijk Griekenland met inmiddels 185 procent (een hoger tekort bij aanzienlijk lagere rente!). Gewone leden zijn Italië, 132 procent, Portugal, 128 procent, Spanje, 101 procent en België. Frankrijk (97 procent) is kandidaat-lid. Wanneer je zulke belangrijke regels overtreedt, kun je dat maar beter niet in je eentje doen. Dat is wel duidelijk, ja.
Het faillissementsgevaar van Griekenland en Italië is nu aanzienlijk groter dan in 2011 omdat de tekorten zijn gestegen ondanks het feit dat de rente enorm is gedaald. Beide landen worden in leven gehouden door het opkoopprogramma van de ECB. Door dit opkoopprogramma kunnen die landen tegen zeer lage rentes voortdurend nieuwe staatsleningen in de markt plaatsen. Wanneer het opkoopprogramma verminderd wordt of zelfs geheel zou worden beëindigd zal de rente in de eurozone drastisch stijgen. Daardoor zullen in de eerste plaats Griekenland Italië en Griekenland in de problemen komen. Het lot van beide landen ligt in handen van de ECB.
Rentesteun voor Italië en andere lidstaten met grote tekorten
De ECB is erin geslaagd de rente in de eurozone, ook die op staatsleningen, ongelooflijk te laten dalen. De rentelasten en de begrotingstekorten van de staten in de eurozone zijn daardoor aanzienlijk lager uitgevallen dan zonder renteverlaging. Vooral de lidstaten met relatief grote tekorten (in verhouding tot het BNP) hebben geprofiteerd. Dat zijn in volgorde 1 Griekenland, 2 Italië, 3 Portugal en 4 Ierland. Wanneer ook rekening wordt gehouden met de absolute grootte van de staatsschuld is Italië verreweg de grootste profiteur van de renteverlaging.
Europese bankwezen financieel gesteund
De Europese banken, met name de banken die grote vorderingen op Griekenland hadden zijn enorm gesteund. De ECB heeft onder leiding van Draghi € 240 miljard aan Griekenland overgemaakt terwijl bekend was dat die gelden grotendeels direct naar de Europese banken zijn doorgesluisd. Met deze lening was het faillissementsgevaar van Griekenland natuurlijk niet geweken maar vanaf dat moment kon de ECB bepalen wanneer het doek voor Griekenland zou vallen. Je zou kunnen zeggen dat Draghi voor € 240 miljard het stemrecht op de crediteurenvergadering van Griekenland had gekocht.
Ook konden de banken op 21 december 2011 voor drie jaar in totaal € 489 miljard van de ECB lenen tegen Refi rente die december 2011 1% bedroeg. De bedoeling was dat banken dit geld zouden gebruiken voor de aanschaf van (vooral Italiaanse en Spaanse) staatsleningen.
Spaarders en pensioenfondsen benadeeld
De keerzijde van de medaille is dat spaarders en pensioenfondsen minder rente ontvangen en enorme verliezen lijden. Binnen de eurozone heeft Nederland relatief het grootste pensioenstelsel. Nederlandse pensioentrekkers en – premiebetalers zijn als groep het grootste slachtoffer van de renteverlaging. Wanneer de rente door de manipulaties van de ECB de laatste vier jaar gemiddeld 3% lager is geweest dan zonder rentemanipulatie het geval zou zijn (dit lijkt een reële schatting) dan moet geconcludeerd worden dat Nederlandse pensioentrekkers en –premiebetalers ca. € 120 miljard verlies hebben geleden. Dit verlies is definitief. € 120 miljard is een bedrag dat weinig mensen wat zegt. Vertaal het in je persoonlijke benadeling door het bedrag door 6 miljoen te delen. Een Nederlandse pensioengerechtigde is dan gemiddeld voor € 20.000 benadeeld maar wanneer je een jonge en succesvolle ambtenaar op het ministerie van financiën bent, ben je zeker voor een halve ton door de ECB benadeeld.
Dat is treurig voor Nederlandse pensioengerechtigden want niet alleen Draghi heeft de Nederlandse pensioenfondsen leeg geschud, ook Klaas Knot van DNB heeft daar stevig aan meegewerkt door de pensioenfondsen te verplichten zich vol te pompen met nauwelijks renderende, potentieel zwaar verliesgevende, zeer lang lopende staatsleningen uit de eurozone. Dat levert nog eens vele tientallen miljarden verlies op wanneer de rente stijgt.
De 60% grens is indertijd niet uit de lucht komen vallen maar was gebaseerd op analyse van enkele eeuwen nationale defaults. Daarbij was gebleken dat wanneer een staat eenmaal boven de 60% zat, de schuldeisers uiteindelijk niet allemaal betaald werden. In 2015 is de staatsschuld van Griekenland, ondanks de extreem lage rente, gestegen van 143% naar 185%. Het kan niet duidelijk genoeg gezegd worden: de ECB bepaalt wanneer Griekenland failliet gaat.
Aandeelhouders ECB lijden grote verliezen
Een derde gevolg is dat de aandeelhouders van de ECB rekening moeten houden met een verlies op de door de ECB ingekochte obligaties van honderden miljarden euro’s. Misschien wordt dit verlies niet zichtbaar in de jaarrekening van de ECB want dat verlies kan boekhoudkundig naar voren worden geschoven zoals ook Nederlandse banken dat doen.
Draghi had niet zelf bedacht hoe je de rente kon verlagen. Tijdens zijn periode bij Goldman Sachs had hij Greenspan, de baas van het Amerikaanse financiële systeem, hetzelfde zien doen. Diens politiek van renteverlaging wordt vrij algemeen als een belangrijke oorzaak van de kredietkrisis van 2007 gezien. Door die techniek toe te passen is de ECB erin geslaagd de rente voor alle eurozone staatsleningen omlaag te drukken. Sinds 2012 kocht de ECB maandelijks voor € 60 miljard staatsobligaties.
Als argument voor de renteverlaging brachten Draghi en de ECB niet naar voren dat het faillissement van Griekenland voorkomen moest worden. Dat faillissement zou immers voorkomen worden door het opleggen van structurele maatregelen, aldus werd regelmatig geventileerd. Het officiële doel was het stimuleren van de economie in de eurozone en het opzwepen van de inflatie tot bijna 2% per jaar. Deflatie zou slecht voor de economie zijn want de consumenten gaan de aankoop van auto’s meubels, kleren en voedsel uitstellen wanneer ze weten dat die artikelen een jaar later een of twee procent goedkoper zijn. Dat kan geen serieus argument zijn. Wanneer je een nieuwe auto 8% goedkoper kunt krijgen door je aankoop een half jaar uit te stellen zal dat inderdaad tot uitstel van de koop leiden maar wanneer je je meubels of je kleren na een jaar één of twee procent goedkoper kunt aanschaffen wacht niemand daarmee.
Economische groei verwaarloosbaar klein
Door de rente te laten dalen zou het bedrijfsleven volgens Draghi meer gaan investeren, de economie harder gaan groeien en de inflatie stijgen. Al deze verschijnselen zijn niet optreden maar Draghi gaat er stug mee door. Twee weken geleden had hij zelfs het leuke argument bedacht dat de deflatie zonder de politiek van de ECB nog veel sterker zou zijn geweest.
Draghi en de ECB hebben zich in de positie gemanoeuvreerd waarin zij geen kant meer op kunnen.
Grote partijen kunnen gedwongen worden om rente te betalen wanneer ze geld bij de bank stallen maar particulieren kunnen hun saldi gewoon opnemen en thuis onder de matras leggen. Particulieren kunnen nauwelijks gedwongen worden om rente te betalen voor het ter beschikking stellen van hun tegoeden. Een verdere verlaging van de rente zal tot uitstroom van tegoeden van het bankwezen leiden. De grens aan het verlagen van de rente is dus vrijwel bereikt.
Geen renteverhoging binnen huidige ECB-structuur
Wanneer de rente in de eurozone stijgt komen er reusachtige financieringsproblemen voor Griekenland en Italië. Zolang de ECB volgens het huidige beslismodel functioneert zal de rente dus niet stijgen.
Blijft over de mogelijkheid om de rente gelijk te laten blijven. Als gevolg daarvan kunnen de bubbels op de aandelen- en obligatiemarkt op een gegeven moment niet meer groeien. Er hoeven dan op een niet te voorspellen moment maar enkele grote beleggers te zijn die hun obligaties en aandelen gaan verkopen of zelfs short gaan om een sneeuwbalreactie te verkrijgen waarna de bubbels ijzingwekkend snel kunnen leeglopen. Dat zal gebeuren op een schaal die waarschijnlijk nooit eerder is gezien. Het is moeilijk om te voorspellen wanneer zich dit zal afspelen maar het zal niet veel langer dan een jaar meer duren denk ik.
De ECB en Draghi kunnen kiezen: spat de zaak op korte termijn uit elkaar of op lange termijn? Politieke druk vanuit Duitsland en Nederland kan dit tijdschema beïnvloeden.