De rechtbank Oost – Brabant heeft op 26 maart 2014 een uitspraak gedaan met betrekking tot vergoeding van derivatenschade. Deze uitspraak bevat duidelijke overwegingen en oordelen. De belangrijkste worden hierna weergegeven.
Een melkveehouder sloot in mei 2008 een lening van € 1.250.000 met variabele rente af bij zijn lokale Rabobank: de Coöperatieve Rabobank Peel Noord U.A.
Twee weken later stelde de Rabobank voor alsnog een renteswap af te sluiten. Bij het voorstel waren algemene voorwaarden en standaardbepalingen gevoegd. In het voorstel voor de renteswap was bijvoorbeeld vermeld:
“Bij voortijdige aflossing van de onderliggende financiering resteert een verplichting uit hoofde van de renteruil”
en:
“Tenslotte kan de transactie altijd aangepast of beëindigd worden. Afhankelijk van de marktomstandigheden ontvangt of betaalt u hiervoor een premie. Bij algehele aflossing van de onderliggende financiering(en) kan uit hoofde van de renteruil een verplichting resteren.”
Lening vervroegd afgelost
Twee jaar na de swapovereenkomst, in 2010, verkocht de klant zijn boerderij en werd de langlopende lening afgelost. De Rabobank schreef aan de klant dat de renteswap beëindigd was en dat hij € 275.000 beëindigingpremie moest betalen. De melkveehouder weigerde maar werd gedwongen omdat de Rabobank anders niet akkoord ging met doorhaling van de hypotheek op de boerderij. De notaris keerde daarom € 275.000 van de opbrengst van de boerderij uit aan de Rabobank.
In de procedure voor de rechtbank eiste de melkveehouder terugbetaling van € 275.000 van de lokale Rabobank.
Bijzondere zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval
De rechtbank wijst er allereerst op dat de reikwijdte van de bijzondere zorgplicht afhankelijk is van de omstandigheden van het geval, waaronder de mate van de deskundigheid en relevante ervaringen van de klant, de ingewikkeldheid van het beleggingsproduct en de daaraan verbonden risico’s.
De rechtbank stelt dat de bijzondere zorgplicht niet beperkt is tot particulieren maar tevens voor ondernemers geldt, ook al is de bijzondere zorgplicht dan vaak beperkter dan bij particulieren. De melkveehouder had geen enkele ervaring met financiële derivaten toen hij de renteswap afsloot. Volgens de rechtbank mocht de Rabobank er ook niet van uitgaan dat een melkveehouder op de hoogte was van de kenmerken van financiële derivaten en de daaraan verbonden risico’s.
Aanwezigheid accountant vermindert zorgplicht niet
De melkveehouder werd bijgestaan door zijn accountant maar dat deed volgens de rechtbank niets af aan de zorgplicht van de bank omdat de financiële kennis van accountants van een andere aard is dan de financiële kennis van banken. Bovendien had de accountant als getuige verklaart dat zijn kennis over renteswaps nieuw en niet heel diepgaand was.
Waarschuwingsplicht “in duidelijke en niet mis te verstane bewoordingen”
De Rabobank was volgens de rechtbank verplicht om de klant in duidelijke en niet mis te verstane bewoordingen te informeren over de risico’s die aan de renteswap verbonden waren.
Bijzondere zorgplicht niet minder door standaardbepalingen
De bijzondere zorgplicht wordt volgens de rechtbank niet minder door het opnemen van standaardbepalingen dat de klant de documentatie en de transactie volledig moet begrijpen alvorens een transactie te doen. De Rabobank kon zich dus niet verschuilen achter de twee hiervoor weergegeven citaten.
Specifiek risico: negatieve waarde renteswap bij beeindiging van de lening
Aan de renteswap was volgens de rechtbank het specifieke risico verbonden dat de geldlening beëindigd zou worden op een moment dat de renteswap een aanzienlijke negatieve waarde zou hebben, zodat aan de tussentijdse beëindiging van de renteswap voor de klant hoge kosten zouden zijn verbonden. De rechtbank was van oordeel dat de Rabobank de klant voor het specifieke risico van hoge kosten bij tussentijdse beëindiging van de renteswap had moeten waarschuwen.
De bijzondere zorgplicht van de Rabobank dient er volgens de rechtbank ook toe om de klant tegen een gebrek aan inzicht te beschermen.
Conclusie rechtbank: Rabobank onrechtmatig
De conclusie van de rechtbank is dat de Rabobank haar bijzondere zorgplicht heeft geschonden en daarmee onrechtmatig jegens de melkveehouder heeft gehandeld, zodat zij de schade moet vergoeden die de klant als gevolg daarvan heeft ondervonden.
De rechtbank heeft wel geoordeeld dat de klant gedeeltelijk eigen schuld had en daarom 40% van de schade zelf moet dragen. De Rabobank moet 60% oftewel ruim € 169.000 schadevergoeding betalen.
Het lijkt niet uitgesloten dat de Rabobank in hoger beroep zal gaan.