Al in 2007 hebben de centrale banken maatregelen genomen om de liquiditeit van het bankwezen en het vertrouwen van de banken onderling te herstellen. De kredietcrisis is echter geen liquiditeits- of vertrouwenscrisis van het bankwezen maar een vermogenstekort bij de banken. Dat blijkt ook uit het feit dat banken minder lenen aan bedrijven die zij wel vertrouwen. Spaarders willen alleen weten of de bank hun geld kan terugbetalen en klanten zijn slechts geïnteresseerd in de vraag of zij nog kunnen lenen. Onderling vertrouwen van de banken interesseert slechts weinig klanten.
Oorzaken vermogenstekorten
De diepste oorzaak van de vermogenscrisis van het Amerikaanse en Europese bankwezen is het feit dat de belangen van Amerikaanse en Europese banken al meer dan 10 jaar tegengesteld zijn aan de belangen van het topmanagement. De laatste belangen wogen zwaarder. De banken zijn door hun management gedwongen riskante en bij voorbaat onvolwaardige hypotheekleningen te verstrekken en te verhandelen.
In de zomer van 2007 werd het volume aan subprime leningen wereldwijd op $ 1000 miljard geschat. De banken hebben op hun subprime leningen in 2007 en 2008 voor $ 550 miljard zichtbaar afgeboekt. Daarmee zijn hun subprime verliezen verwerkt. Het restant van de $ 1000 miljard is aan pensioenfondsen verkocht (€ 14 miljard aan Nederlandse pensioenfondsen) die nog geen afboekingen hebben gemeld. En een deel zal wel afgelost worden. Het is immers uitgesloten dat de $ 1000 miljard integraal verdampt zou zijn.
Verliezen op hedgefondsen
Veel groter dan de verliezen op subprime leningen zijn de verliezen op hedgefondsen. In 2007 werd het totaal volume van hedgefondsen wereldwijd op $ 7000 miljard geschat, bij een eigen vermogen van $ 1400 miljard. Met name het Amerikaanse bankwezen heeft de laatste tien jaar krachtig groeiende relaties met hedgefondsen onderhouden. Hedgefondsen, die in tegenstelling met gewone beleggingsfondsen, gemiddeld niet meer dan 20% eigen vermogen hadden, waren de beste klanten van het Amerikaanse bankwezen geworden. Vaak zijn bankmanagers zelf met hedgefondsen gestart. Het waren goede zakenrelaties doordat men dezelfde nestgeur had. De banken traden ook als effectenhandelaar voor de hedgefondsen op. Ook die omzet leverde bonussen op.
Nog in 2007 was het Amerikaanse bankwezen forse verplichtingen jegens hedgefondsen aangegaan. Die verplichtingen zijn in 2008 gedeeltelijk afgekocht wat extra verliezen voor de banken opleverde. Hedgefondsen hebben historisch gezien veel geld verdiend aan short gaan. Daardoor konden zij ook bij dalende beurskoersen nog winsten tonen.
Toen de beurskoersen in de zomer van 2008 verder daalden, smolt het eigen vermogen van hedgefondsen die nog long zaten weg.
Het op 22 september van kracht geworden verbod om in banken en verzekeraars short te gaan was zeer schadelijk voor hedgefondsen en zal voor sommigen zelfs de genadeklap zijn geweest (zij konden niet profiteren van de enorme daling van de financials). Daardoor werden de vorderingen van banken en verzekeraars op hedgefondsen nog minder waard. De verliezen van banken en verzekeraars moeten inmiddels tot enkele duizenden miljarden dollars zijn opgelopen, een veelvoud van de verliezen op de subprime activiteiten. Die verliezen zijn echter nog nauwelijks getoond.
Verliezen door extra zware recessie
De operaties met subprime certificaten en hedgefondsen betreffen gokactiviteiten die als doel hadden de bonussen van de topmanagers te verhogen. Maar ook de normale bancaire activiteiten zoals financiering van het bedrijfsleven zal in 2008 en vooral in 2009 tot grote verliezen lijden door de zware recessie die in de tweede helft van 2008 is uitgebroken.
Overheidssteun
Tot september 2008 waren de maatregelen van de westerse centrale banken gericht op het vergroten van de liquiditeit bij de banken door voor honderden miljarden dollars en euro’s goedkope leningen aan privé banken te verstrekken. Gebleken is dat deze liquiditeitssteun niet geholpen heeft. (SOBI had al in december 2007 voor misbruik gewaarschuwd). De liquiditeitssteun kón ook niet helpen omdat deze niet gericht was op vermogenstekorten.
Sinds 20 september 2008 zijn nationale overheden overgestapt op vermogenssteun. De eerste vermogenssteun is toen door de Amerikaanse minister van Financiën Paulson gepresenteerd. Doordat zijn eigen zakenbank Goldman Sachs, die niet onder de regeling viel nog net op tijd een juridische statuswisseling toepaste, zal die ook tientallen miljarden dollars steun ontvangen. In oktober 2008 volgden de Europese landen die gezamenlijk meer dan € 1300 miljard garanties gaven voor leningen van Europese banken aan Amerikaanse banken.
Nederland gul voor private banken
De Amerikaanse regering garandeert sinds 7 september leningen aan hypotheekbanken Fannie Mae en Freddie Mac en sinds 17 september leningen aan verzekeraar AIG met een geschat risico van gezamenlijk $ 600 miljard. Daarnaast koopt de Amerikaanse regering voor $ 700 miljard dubieuze vorderingen van banken “om de economie te redden”, zoals het Huis van Afgevaardigden onder leiding van mevrouw Pelosi is wijsgemaakt. Het risico voor de Amerikaanse belastingbetaler, exclusief garanties voor spaarders, bedraagt dus $ 1300 miljard, ofwel € 900 miljard.
Nederland loopt een risico van € 220 miljard, eveneens exclusief garanties voor spaarders. Rekening houdend met de grootte van de economie is dat vijf keer zoveel als de VS. Ook vergeleken met Frankrijk, Duitsland en Engeland heeft Nederland zich voor een veelvoud gecommitteerd. Er is nooit een verklaring gegeven voor dit opmerkelijk gulle gedrag.
Overheidstekorten
Leningen van Europese banken aan Amerikaanse banken zullen in 2009 in 2010 voor een belangrijk deel oninbaar blijken, waarna de garanties stevig zullen worden aangesproken. De ECB, die ervaring heeft met het gedrag van banken en al grote verliezen heeft geleden op haar liquiditeitssteun (ze heeft enkele maanden geleden bekendgemaakt strenger te worden bij het accepteren van zekerheden in ruil voor haar goedkope leningen), heeft al gewaarschuwd tegen stijgende overheidstekorten binnen de Europese Unie.
Door de sterke stijging van de overheidstekorten zal de rente verder stijgen en zullen de huizenprijzen in de Europese Unie in 2009/2010 verder dalen met een verdere verdieping van de recessie als gevolg.
Verschillen en overeenkomsten met krach van 1929
Het bankwezen is in oktober 2008 in een wedstrijd verwikkeld met als inzet wie “zijn” hedgefondsen (klanten of dochtermaatschappijen) het snelst kan liquideren om het hoogste percentage van zijn vorderingen op hedge fondsen te kunnen incasseren. Door deze wedstrijd dalen de beurzen verder en kunnen de hedge-fondsen nog minder terugbetalen waardoor de vermogenstekorten bij de banken verder aangroeien. Deze neerwaartse spiraal was kenmerkend voor de beurskrach van 1929 en had toen betrekking op vele miljoenen particuliere beleggers die werden kaalgeschoren nadat hun 10% eigen vermogen verdampt was. Ook bij de liquidatie van de effectenportefeuilles in 1929 leden de banken gigantische vermogensverliezen. De beurskrach van 2008 heeft voorlopig slechts betrekking op hedgefondsen omdat particuliere aandeelhouders aanzienlijk meer met eigen vermogen gefinancierd zijn.
Doordat de gezamenlijke hedgefondsen minder volume vertegenwoordigen dan pensioenfondsen en particuliere aandeelhouders zal de krach van 2008 minder diep zijn dan de krach van 1929.