Klacht SOBI tegen J.J. Nooitgedagt RA en A.F.J. van Overmeire RA

Raad van Tucht voor Registeraccountants
en Accountants Administratieconsulenten te ‘s-Gravenhage
Secretaris Mr J.P. van Ginkel
Postbus 85996
2508 CR ‘s-Gravenhage

Nieuwersluis, 20 februari  2009

Betreft:  Klacht SOBI tegen J.J. Nooitgedagt RA en A.F.J. van Overmeire RA

Geachte Raad,

Hierbij dient SOBI een klacht in tegen de heren drs. J.J. Nooitgedagt RA (Nooitgedagt) en A.F.J. van Overmeire RA (Overmeire) van het accountantskantoor Ernst & Young.

De klacht bestaat uit de volgende onderdelen.

1. Nooitgedagt en Overmeire hebben het accountantsberoep in diskrediet gebracht.

2. Nooitgedagt gedraagt zich onderdanig ten opzichte van controlecliënt Aegon.

3. Nooitgedagt en Overmeire hebben de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant (NVO) overtreden.

4. Overmeire is niet onafhankelijk van controlecliënt Aegon.

De feiten

Alvorens de klacht toe te lichten brengt SOBI eerst de feiten naar voren.

Nooitgedagt is sinds 1 juli 2006 voorzitter van Ernst & Young Nederland en België.

Overmeire heeft namens Ernst & Young de jaarrekeningen 2006 en 2007 van Aegon gecontroleerd. Voor zover bekend controleert Overmeire namens Ernst & Young ook de jaarrekening 2008 van Aegon.

Op 13 januari 2009 maakt de RvC van Aegon in een persbericht(bijlage 1) bekend dat zij Nooitgedagt op 22 april 2009 door de Algemene vergadering van Aandeelhouders van Aegon tot financieel directeur van Aegon wil laten benoemen.

Op 13 januari 2009 geeft ook de Raad van bestuur van Ernst & Young een persverklaring uit (bijlage 2). Daarin wordt Jan Nooitgedagt van harte gefeliciteerd met zijn voordracht voor de benoeming van Chief Financial Officer en lid van de Raad van Bestuur van Aegon NV. In die persverklaring is onder meer het volgende vermeld:

Ernst & Young is er trots op dat Nooitgedagt deze belangrijke functie in de financiële wereld gaat vervullen. Momenteel is Jan Nooitgedagt voorzitter van de Raad van Bestuur van Ernst & Young Nederland en België […] Hij volgde op 1 juli 2006 Herman Hulst op als bestuursvoorzitter. Tot zijn benoeming als lid van de Raad van Bestuur op 1 juli 2005 was hij voorzitter van de sectorgroep Financial Services. […]  Zijn cliënten waren voornamelijk grote financiële dienstverleners.

Nadat Ernst & Young dit persbericht heeft uitgegeven blijft Nooitgedagt bestuursvoorzitter van Ernst & Young.

Nadat de overstap van Nooitgedagt voor maatschappelijke beroering zorgt geeft Ernst & Young op 19 januari 2009 een nieuwe persverklaring uit (bijlage 3). In die verklaring maakt Ernst & Young bekend dat Nooitgedagt vervroegd aftreedt als bestuursvoorzitter.

1. Nooitgedagt en Overmeire hebben het accountantsberoep in diskrediet gebracht

Sinds 1 januari 2007 is de Verordening gedragscode (VGC) van kracht. Hoofdstuk A-150 van de VGC handelt over professioneel gedrag. Artikel 1 van dit hoofdstuk luidt:

De registeraccountant houdt zich aan de voor hem relevante wet- en de regelgeving en onthoudt zich van handelen dat het accountantsberoep in diskrediet brengt. Hiertoe behoren de handelingen die door een redelijke goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt zullen worden opgevat als schadelijk voor de goede naam van het accountantsberoep.

Nooitgedagt heeft de goede naam van het accountantsberoep beschadigd door (zonder de voorgeschreven wachttijd van twee jaar) van Ernst & Young naar een van de bekendste controlecliënten – Aegon – over te stappen en daar financieel directeur te worden.

Overmeire heeft het accountantsberoep in diskrediet gebracht door ondanks deze overstap de controlewerkzaamheden voor Aegon te continueren.

2. Nooitgedagt gedraagt zich onderdanig ten opzichte van Aegon

Van de geciteerde volzin uit het persbericht van Ernst & Young van13 januari 2009 straalt een zekere onderdanigheid, althans onvoldoende professionele distantie tot de controlecliënt, af. De wijze waarop Ernst & Young zich in haar persbericht over haar controlecliënt uitlaat, getuigt van onvoldoende onafhankelijkheid en onvoldoende kritische instelling van Ernst & Young, Nooitgedagt en Overmeire ten opzichte van controlecliënt Aegon.

De onafhankelijkheid van Ernst & Young en Overmeire is bedreigddoor de overstap van Ernst & Young voorzitter Nooitgedagt naar een van de bekendste controlecliënten van Ernst & Young.

Bijkomende feiten maken duidelijk dat de onafhankelijkheid reeds isaangetast, wijzen althans op een extra bedreiging van de onafhankelijkheid. Dat Nooitgedagt er trots op is dat hij de functie bij de controlecliënt van Ernst & Young mag aanvaarden getuigt van onderdanigheid. Hij ziet kennelijk op tegen de naam en/of de structuur van Aegon. Hieruit blijkt dat de onafhankelijkheid van Ernst & Young ten opzichte van Aegon reeds is aangetast.

De onderdanigheid van Nooitgedagt heeft twee gevolgen:

  • a) Nooitgedagt heeft het accountantsberoep in diskrediet gebracht.
  • b) Door de getoonde onderdanigheid is het gebrek aan onafhankelijkheid van Ernst & Young ten opzichte van controlecliënt Aegon zichtbaar geworden.

 

De onafhankelijkheid van Overmeire is extra bedreigd doordat hij veel aan Nooitgedagt te danken heeft. Zo is Overmeire onder voorzitterschap van Nooitgedagt belast met controle van de jaarrekeningen van het kennelijk in de ogen van PwC prestigieuze Aegon.

3. Nooitgedagt en Overmeire hebben de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant (NVO) overtreden

Sinds 1 oktober 2007 zijn de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant (NVO) van kracht. De basisregel bij overgang van een accountant naar de gecontroleerde cliënt houdt in dat een afkoelingsperiode van 2 jaar in acht genomen moet worden. Nooitgedagt heeft hoogstens een afkoelingsperiode van enkele maanden toegepast. Hoogstens, omdat hij voornemens was beide functies naadloos aan elkaar te laten aansluiten.

Door niet de voorgeschreven afkoelingsperiode in acht te nemen heeft Nooitgedagt de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant (NVO) overtreden.

NVO artikel 4.3.1 (3e alinea) bepaalt dat wanneer iemand van het accountantskantoor bij de controlecliënt in dienst treedt, de controlerend accountant (dus Overmeire) er op moet toezien dat er geen banden van betekenis bestaan tussen enerzijds het accountantskantoor en anderzijds het voormalig lid van het controleteam of personen die deel hebben uitgemaakt van de hiërarchische structuur. Nooitgedagt heeft sinds 7 februari 2001 onmiskenbaar deel uitgemaakt van de hiërarchische structuur van Ernst & Young. Daarom had Overmeire er op moeten toezien dat Nooitgedagt geen banden van betekenis met Ernst & Young bleef onderhouden. Overmeire is in dit toezicht tekortgeschoten want, voor zover kan worden nagegaan, heeft Nooitgedagt zijn lidmaatschap van Ernst & Young niet direct opgezegd en heeft Overmeire desalniettemin zijn controlewerkzaamheden niet opgeschort.

Door er niet op toe te zien dat na de benoeming bij Aegon geen banden van betekenis bleven bestaan tussen Nooitgedagt en Ernst & Young heeft Overmeire de Nadere voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openbaar accountant (NVO) overtreden.

Artikel 4.3.1 van de NVO (derde alinea) wordt gevolgd door de‘Aanvullende bepaling met betrekking tot een controlecliënt’.

Die bepaling houdt in dat wanneer een partner die belast is geweest met een essentiële taak bij de controle van de jaarrekening bij de controlecliënt een essentiële bestuursfunctie gaat uitoefenen dat pas mag doen wanneer zijn essentiële taak bij de controle van de jaarrekening twee jaar is geëindigd.

Dat Nooitgedagt bij Aegon een essentiële bestuursfunctie gaat uitoefenen staat vast.

Dat Nooitgedagt een essentiële taak heeft uitgeoefend bij de controle van de jaarrekeningen 2006 en 2007 van Aegon volgt uit het feit dat Nooitgedagt als voorzitter van Ernst & Young sinds 1 juli 2006 het personeelsbeleid, het beloningsbeleid en het beleid met betrekking tot carrièreplanning en promotie van Overmeire en de andere leden van het assuranceteam in belangrijke mate heeft bepaald. Overmeire en de andere leden van het assuranceteam zijn daardoor afhankelijk geweest van (de inzichten van) Nooitgedagt.

Het kan niet anders of er is een vertrouwensrelatie ontstaan tussen Nooitgedagt en Overmeire, zo die relatie niet al bestond.

Nooitgedagt en de andere leden van het controleteam zijn bovendien jarenlang door Ernst & Young betaald.

Uit deze feiten en omstandigheden volgt dat Nooitgedagt een essentiële taak heeft uitgeoefend bij de controle van de jaarrekeningen 2006 en 2007 van Aegon. Uit deze feiten en omstandigheden volgt bovendien dat Overmeire en de andere leden van het assuranceteam van Aegon afhankelijk zijn van Nooitgedagt.

4. Overmeire is niet onafhankelijk van controlecliënt Aegon

Artikel B1-290.1 de Verordening gedragscode (VGC) luidt:

De openbaar accountant die een assuranceopdracht uitvoert is onafhankelijk van de betreffende assuranceclient. Het bestuur kan nadere voorschriften geven aangaande de onafhankelijkheid van de openbaar accountant.

Doordat Overmeire in zijn carrière veel te danken heeft gehad aan Nooitgedagt is hij niet onafhankelijk van Nooitgedagt en dus niet onafhankelijk van assuranceclient Aegon.

Gevaren van gebrek aan onafhankelijkheid

SOBI brengt in herinnering dat de ondergang van Enron en haar controlerende accountant Arthur Andersen in 2002 voorafgegaan is door het veelvuldig heen en weer stappen van financiële topfunctionarissen tussen beide organisaties. In brede kring wordt aangenomen dat de onafhankelijkheid van de controlerende accountants daardoor ernstig beschadigd was. Datzelfde wordt aangenomen bij de ondergang van het Belgische bedrijf Lernout & Hauspie in 2002 waar meerdere onjuiste jaarrekeningen door de extern accountant KPMG zijn goedgekeurd nadat ook daar functionarissen van KPMG en Lernout & Hauspie bij elkaar in dienst waren getreden.

Sinds deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden is internationaal en in Nederland het besef gegroeid dat dit soort functiewisselingen uitermate ongewenst is. Daarnaast is het besef gegroeid dat het publiek vertrouwen in de onafhankelijkheid van accountants door dit soort overstapjes wordt aangetast (waardoor ook de zogenaamdeonafhankelijkheid in schijn wordt aangetast). Die onafhankelijkheid in schijn is van het grootste belang voor het functioneren van accountants omdat controleopdrachten in eerste instantie zijn bedoeld om de geloofwaardigheid van de cijfers van een onderneming bij het publiek te vergroten. Wanneer het publiek vertrouwen in de onafhankelijkheid van accountants wordt aangetast, wordt de essentie het accountantsberoep aangetast.

Rik Roos heeft deze visie uitgebreid beschreven in het MAB van mei 2005 in het artikel “Indiensttreding van de accountant bij zijn controlecliënt” (bijlage 4). Daarin betoogt Roos dat de afkoelingstermijn vooral dient ter waarborging van de onafhankelijkheid in schijn.

Belangenverstrengeling en eigenbelang bedreigen de onafhankelijkheid van een accountant die het voornemen heeft in dienst te treden bij zijn controlecliënt. Dit zou kunnen leiden tot een onvoldoende objectieve toetsing van de jaarrekening. In de periode nadat de accountant bij zijn controlecliënt in dienst is getreden, krijgt het controleteam te maken met een oud-collega. Een te grote mate van vertrouwdheid of vertrouwen door een lang bestaande nauwe relatie met deze oud-collega kan de onafhankelijkheid van het controleteam beïnvloeden. Het team kan daardoor te welwillend staan tegenover deze controlecliënt. […] Het risico van belangenverstrengeling en eigenbelang ontstaat reeds als de accountant overweegt bij zijn controlecliënt in dienst te treden. Liefde maakt blind. Het kan een motief vormen conflictsituaties met de controlecliënt te vermijden om een toekomstige positie niet in gevaar te brengen. Hoelang de accountants al participeert in het controleteam maakt daarbij geen verschil. […]

Wel tonen zowel Imhoff […] als Koh en Mahathevan […]  aan dat de ‘sperceptie van derden op de onafhankelijkheid van de accountant in de periode voordat hij in dienst treedt bij zijn controlecliënt samenhangt met de termijn die is verstreken sinds hij voor het laatst deel uitmaakte van het controleteam. Ook het functieniveau en de periode die is verstreken sinds de persoon het accountantskantoor heeft verlaten, zijn van invloed op de onafhankelijkheidsbedreiging (ImHoff, 1978, p. 860). Hoe hoger de functie en hoe korter de termijn, hoe meer afbreuk wordt gedaan aan de onafhankelijkheid in schijn. Ook blijkt uit onderzoek van Parlin en Barlet (1994) dat een te grote mate van vertrouwdheid of vertrouwen tussen de oud-collega en het controleteam de objectieve toetsing van de jaarrekening kan beïnvloeden. Zij tonen aan dat een opvolgend accountant de neiging heeft een hogere controle-tolerantie te hanteren als zijn voormalige collega bij de controlecliënt in functie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt (Parlin en Barlet, 1994, p. 196). Het sluit aan bij de conclusie van Geiger et al. ( 2002,  paragraaf I) dat controlerend accountants weerzin hebben tegen het rapporteren van schendingen door collega-accountants.[…]

De Committee of Sponsoring Organisations (COSO) of the Treadway Commission (1999, p. 27) constateert dat de financieel directeur bij 11% van de ondernemingen die frauduleuze financiële verslaggeving toepassen, direct afkomstig is van het accountantskantoor dat de jaarrekening controleert. Ook bij zowel Enron […], Lernout & Hauspie […], als HIH Insurance […] blijken directieleden afkomstig te zijn van het accountantskantoor dat de jaarrekening controleerde. Voor wet- en regelgevers vormden deze gebeurtenissen aanleiding voorschriften in te voeren voor accountants die in dienst treden van hun controlecliënt. […]

P.T. Lakeman,
Voorzitter SOBI