Initiatief AFM / minister Dijsselbloem / benoeming drie deskundigen

door Pieter Lakeman

Sinds begin maart 2016 circuleren in de media berichten over de rol van de AFM bij het verkrijgen van schadevergoeding ten gunste van MKB ondernemingen die het slachtoffer zijn geworden van renteswapcontracten. Over de rol van de AFM blijken veel misverstanden te bestaan.

De AFM gaat niet zelf bepalen hoeveel schadevergoeding iedere gedupeerde ondernemer van de banken zal ontvangen. Daartoe is de AFM ook niet bevoegd. De vraag hoe groot de schade is en hoeveel daarvan vergoed moet worden kan alleen opgelost kan worden tussen de banken enerzijds en de ondernemers met hun belangenbehartigers anderzijds, al dan niet via bemiddeling van derden. Wel heeft de AFM, na overleg met banken en belangenbehartigers waaronder Swapschade, een breed advies aan de Minister van Financiën uitgebracht. Op 29 februari 2016 schreef  de AFM aan minister Dijsselbloem dat de AFM een overlegstructuur (herstelkader) had opgesteld om de banken ertoe te brengen schadevergoedingen aan het MKB toe te kennen die meer in overeenstemming waren met de ernst van de schending van de zorgplicht. Tijdens de vergadering van de financiële commissie van de Tweede Kamer op 3 maart jongstleden (waar Swapschade met twee personen als toehoorder vertegenwoordigd was) bleek dat de zes aanwezige leden van de financiële commissie van mening waren dat de banken de aangerichte schade volledig moeten vergoeden, ook aan privépersonen/aandeelhouders van ondernemingen. Ook minister Dijsselbloem zelf was uiterst kritisch ten opzichte van de banken.

Helaas is Swapschade er niet zeker van dat alle topambtenaren op het Ministerie van Financiën even kritisch ten opzichte van de Nederlandse banken staan als hun minister. Swapschade staat positief tegenover het initiatief van de AFM. Swapschade twijfelt echter aan de goede trouw van de banken. Die goede trouw is echter wel noodzakelijk om het herstelkader tot een succes te maken. Dijsselbloem heeft in de Tweede Kamer meegedeeld dat gedupeerde MKB ondernemingen door uitvoering van het voorgestelde herstelkader uiterlijk 1 juli 2017 hun schadevergoeding zullen hebben ontvangen. Zelfs wanneer de banken correct zouden meewerken is dit schema wel erg optimistisch. Beseft moet worden dat de ABN AMRO en de Rabo (de banken die de meeste renteswapcontracten aan het MKB verkochten) zich met 100, respectievelijk 150 beoordelaars ¾ jaar respectievelijk 1¼ jaar onledig hebben gehouden met het oppervlakkig toetsen van 17.000 dossiers terwijl die toetsen vrijwel niets inhielden en daarom door de AFM zijn afgekeurd. Ook al zouden de banken dit keer wel loyaal meewerken, dan zal het serieus beoordelen van meer dan 17.000 dossiers volgens Swapschade niet in 2017 afgerond kunnen zijn.

Wanneer het herstelkader en het plan van de drie deskundigen slaagt zal Swapschade eisen dat dossiers van bij haar aangesloten ondernemers met voorrang door de externe onafhankelijke beoordelaars worden beoordeeld. In dat geval kan concrete uitbetaling van de schade voor bij Swapschade aangesloten ondernemers 1 á 1,5 jaar eerder plaats vinden dan voor ondernemers die alleen maar wachten op wat komen gaat. Het advies van de AFM aan de Minister van Financiën houdt in dat de minister drie deskundigen benoemt die het eigenlijke plan voor schadevergoeding zullen opstellen. In dat plan moeten de deskundigen bepalen welke schadecomponenten vergoed worden. Ook moet dat plan formules bevatten waarmee voor alle 17.000 dossiers de hoogte van de toe te kennen schadevergoeding objectief en volgens vaste maatstaven berekend kan worden. Het plan dat de drie deskundigen moeten gaan opstellen moet objectieve criteria omvatten die voor alle gedupeerde ondernemers gelden. Het opstellen en presenteren van dit plan kan als fase 1 worden aangeduid. Het plan zou volgens de berichten in mei of juni al gepresenteerd worden. Zelfs wanneer de banken loyaal zouden medewerken (wat niet waarschijnlijk lijkt) is dit schema volgens Swapschade erg optimistisch.

Minister Dijsselbloem heeft inmiddels drie deskundigen benoemd. Dat zijn Rutger Schimmelpenninck, Ben Knüppe (beiden in goede zin bekend als curator van DSB Bank) en Theo Kocken (in Nederland de meest vooraanstaande deskundige op het terrein van rentederivaten). De deskundigen zullen ook vertegenwoordigers van gedupeerde ondernemers, waaronder Swapschade, raadplegen. Pieter Lakeman kent Rutger Schimmelpenninck en Ben Knüppe ruim 20 jaar en heeft hen na het faillissement van DSB Bank als onderhandelaars leren kennen en waarderen. Theo Kocken is als deskundige op het terrein van rentederivaten in Nederland onovertroffen en is evenzeer een onafhankelijke en kritische geest. Op YouTube is een filmpje van Café Weltschmerz te zien waarin Theo Kocken uitgebreid aan het woord komt. Fase 2 van het herstelkader houdt in dat alle ruim 17.000 swapcontracten die de banken met het MKB hebben afgesloten door onafhankelijke externe beoordelaars aan het plan van de drie deskundigen worden getoetst. Deze beoordelaars bepalen hoeveel schadevergoeding elke gedupeerde ondernemer volgens het plan van de drie deskundigen moet ontvangen. De onafhankelijke, externe, beoordelaars worden door de banken voorgedragen en vervolgens door de AFM op hun geschiktheid en onafhankelijkheid getoetst. Voor deze functie komen volgens Minister Dijsselbloem slechts personen in aanmerking die zich niet eerder met herbeoordeling van derivatendossiers hebben beziggehouden. De AFM zal steekproefsgewijs nagaan of de beoordelaars hun werk correct uitvoeren. Swapschade gaat ook zelf de dossiers van aangesloten ondernemers aan het plan van de drie deskundigen toetsen. Daarmee wordt voorkomen dat de bij Swapschade aangesloten ondernemers te weinig schadevergoeding zouden ontvangen zonder dat dat opgemerkt zou worden doordat die dossiers niet in de steekproef van de AFM zitten.

Geen duidelijkheid over gemaakte afspraken
Omtrent de inhoud van de afspraken die het Ministerie van Financiën, de AFM, de drie deskundigen en de vijf banken met elkaar gemaakt hebben bestaat geen duidelijkheid. De media spreken elkaar tegen, met name over de rol van de banken bij het vaststellen van het schadeplan door de drie deskundigen. Het Financieele Dagblad meldt op 5 maart: ‘De drie door AFM voorgedragen onafhankelijke experts zullen de komende drie maanden een algemeen geldend kader ontwerpen. Als die exercitie klaar is, zullen de banken samen met externe beoordelaars de schade bepalen voor elke betrokken ondernemer.’

Follow The Money schrijft op 4 maart echter:
‘Banken kunnen dus van tafel weglopen, net als Deutsche Bank al heeft gedaan.’ Het hoofd van de afdeling voorlichting van de ING Bank weigerde op 7 maart expliciet antwoord te geven op de vraag van Swapschade in hoeverre de bank zich heeft gecommitteerd aan het oordeel van het driemanschap. Hij verwees naar de Nederlandse Bankiersvereniging. Later op de dag weigerde ook de Nederlandse Bankiersvereniging de vraag te beantwoorden, ditmaal op grond van het argument dat zij niet betrokken was bij de deal. Het lijkt er dus op dat de banken verstoppertje spelen en op verdere vertraging uit zijn.

Pieter Lakeman
Directeur Swapschade B.V.