Doorbraak in aandeelhoudersbelangen

29 nov 2007

Onder Cees van der Hoeven kocht Ahold in 1998 in Zuid-Amerika een minderheidsdeelneming in Disco van de familie Peirano. Sinds 1998/1999 hield Ahold de familie Peirano financieel overeind door jegens hun bankiers voor honderden miljoenen euro’s borg te staan. In 2000 kocht Ahold voor $ 3 miljard het Amerikaanse bedrijf US Foodservice dat zijn verliezen maskeerde door fantasievorderingen op haar leveranciers in de jaarrekening op te nemen. Bij de aankoop van dit bedrijf in april 2000 wisten de Raad van Commissarissen en de directie van Ahold, en huisaccountant Deloitte, dat de administratie niet in orde was. Door onjuist te controleren ontdekte Deloitte deze fantasievorderingen pas eind 2002, ruim 2,5 jaar te laat. Door de zaken met betrekking tot Disco en US Foodservice onjuist in de jaarrekeningen op te nemen zijn aandeelhouders Ahold sinds 2000 voor vele miljarden euro’s benadeeld.

SOBI heeft in februari 2003 de eerste strafklacht tegen Cees van der Hoeven en financieel directeur Meurs ingediend. Ook heeft SOBI in februari 2003 een klacht tegen onbekende daders ingediend wegens handel met voorkennis omstreeks juli 2002 en een klacht tegen Ahold wegens het achterhouden van koersgevoelige informatie in juli 2002 (toen het kaartenhuis van de familie Peirano omviel en Ahold dat geheim hield).

In april 2003 meldde Ahold aan justitie dat zij haar omzet te hoog had weergegeven door een Zweedse joint venture (ICA) geheel te consolideren. Dit vergrijp had overigens geen invloed op de winst en het eigen vermogen van Ahold. Ahold is er met deze eigen aangifte in geslaagd het Openbaar Ministerie op het verkeerde been te zetten en de aandacht van haar veel kwalijker praktijken inzake Disco en US Foodservice af te leiden. Er loopt tegen Cees van der Hoeven slechts een strafzaak wegens het relatief onbelangrijke consolidatievraagstuk.

Geef een antwoord