Belanghebbende rechter mag blijven zitten op jaarrekeningprocedure SOBI – Akzo Nobel

De Ondernemingskamer van het Amsterdamse Gerechtshof heeft op 18 maart beslist dat professor dr. M.A. van Hoepen RA, vooraanstaand vennoot bij Deloitte, mag meebeslissen in de jaarrekeningprocedure van SOBI tegen Akzo Nobel.
SOBI had op 19 januari een wrakingverzoek tegen Van Hoepen ingediend omdat SOBI sinds het Ahold-boekhoud-schandaal met Deloitte op voet van oorlog verkeert. (Op 9 maart heeft SOBI een lang voorbereidde tuchtklacht tegen Deloitte ingediend.)
De Ondernemingskamer was van oordeel dat het wrakingverzoek te laat was ingediend. Wel erkent de Ondernemingskamer dat SOBI al in het najaar van 2003 ‘zowel op Ahold N.V. als haar accountant Deloitte & Touche de nodige kritiek [had] geuit.’
Van Hoepen had onder meer tegen de wraking aangevoerd dat hij niet persoonlijk betrokken was bij de goedkeuring van de jaarrekeningen van Ahold.

SOBI is niet bereid Van Hoepen te laten meebeslissen over de jaarrekening van Akzo Nobel en heeft daarom besloten de procedure te beëindigen.
SOBI zet de jaarrekeningprocedure tegen KPN wèl voort omdat op die zaak geen partijdige rechters zitten.

SOBI-voorzitter Pieter Lakeman: ‘Aangezien Van Hoepen grote financiële risico’s loopt als gevolg van onze klacht tegen Deloitte, heeft hij er een persoonlijk belang bij om SOBI in deze procedure een nederlaag te bezorgen en daardoor ons gezag aan te tasten. We hebben dit ook bij de behandeling van het wrakingverzoek naar voren gebracht. Ik beschouw dit als een ongelukkige beslissing van de Ondernemingskamer. Dat Van Hoepen een belangrijk man in Deloitte is, blijkt wel uit het feit dat hij jarenlang voorzitter was van de landelijke accountantsdelegatie binnen de Raad van de Jaarverslaggeving’.

Nieuwersluis, 19 maart 2004