25 mrt 2009
Op 24 maart publiceerde de Amerikaanse minister van Financiën Tim Geithner een nieuwe stap ter bevoordeling van Amerikaanse hedge-fondsen. Eind 2008 had zijn voorganger Hank Paulson al circa $ 750 miljard belastinggeld uitgetrokken voor steun aan banken en verzekeringsmaatschappijen (AIG) die door bonus-trekkers hun eigen vermogen verspeeld hadden. Dat geld is inmiddels grotendeels uitgegeven aan, of bestemd voor, de verzekeraar AIG en hypotheekbanken Fannie Mae en Freddie Mac. Van de $ 750 miljard is nog maar weinig over om aan de commerciële banken cadeau te doen door hun subprime leningen (toxic assets) boven de reële waarde op te kopen.Geithner heeft het plan opgesteld om zijn vrienden uit “het milieu” nog eens $ 1000 miljard toe te stoppen. Omdat het begrotingstekort van de Verenigde Staten al is opgelopen tot 50% van de overheidsuitgaven (9% van het Bruto Nationaal Product) en de financiële steun door communistisch China (dat tot voor kort vrijwel ongelimiteerd Amerikaanse staatsobligaties kocht) is beëindigd, heeft Geithner de financiering van deze gift naar de toekomst verschoven. Private partijen, hedge-fondsen enz. kunnen – door de afgegeven overheidsgaranties – de vrijwel waardeloze vorderingen van de banken voor aanzienlijke bedragen opkopen en de toekomstige verliezen tot een bedrag van $ 960 miljard op de Amerikaanse belastingbetaler afschuiven. Dat gebeurt pas over enkele jaren waardoor Geithner de problemen handig naar de toekomst heeft verschoven.
De private partijen waren uiteraard erg enthousiast voor dit grootste zwendelplan aller tijden. Hedge-fondsen, banken en allerlei andere vrienden uit het financieel milieu kunnen zichzelf en elkaar bijna ongelimiteerd verrijken door de vorderingen op elkaar voor 4% van het nominale bedrag op te kopen en de andere 96% op de belastingbetaler af te wentelen.