Aangifte van oplichting tegen bestuurders Facultatieve en Henry Keizer c.s.

Persbericht

Mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen
Hoofdofficier van Justitie
Arrondissementsparket Den Haag
Postbus 20302
2500 EH Den Haag

Bussum, 16 mei 2017

Betreft:   Aangifte van oplichting

Weledelgestrenge heer,

Hierbij doe ik namens de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie SOBI aangifte wegens oplichting tegen 5 personen die als bestuurslid van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie[1] de onderneming van de vereniging, BV Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’, die circa € 25.000.000 waard was, voor € 30.000 aan de 4 bestuursleden van de Beheermaatschappij hebben verkocht en tegen de 4 bestuursleden van de Beheermaatschappij.
De Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie (hierna ook Vereniging), was sinds 1990 eigenaar van alle aandelen in BV Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’. De Beheermaatschappij is op 20 december 2012 door het bestuur voor € 30.000 verkocht aan de besloten vennootschap de Facultatieve Groep BV[2]. Door de verkoop is de vereniging sterk financieel benadeeld.

De strafklacht richt zich tegen onderstaande 5 personen die in 2012 bestuurder van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie waren en de verkoop aan het zittende management sinds maart 2012 hebben voorbereid en uitgevoerd en de 4 bestuursleden van de Beheermaatschappij.

W.H.J.M. Hillebrandt            voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.
P.G. Kok                              secretaris van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.
F.L.J. Jacobs                       penningmeester van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.
A.G. Daane                         bestuurslid van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.
Mr. dr. A. Hagemans            bestuurslid van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.
J.M.H.J. Keizer                    gecommitteerde van het bestuur[3]/adviseur.

en de 4 personen sinds de achter hun naam vermelde datum onafgebroken bestuurslid van BV Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’ zijn, te weten:

De heer Judicus Marinus Henricus Jacobus Keizer,            in functie sinds 1 januari 1997
De heer Patrick Paul Ghislain de Meyer,                            in functie sinds 1 juni 2003
De heer Jacob Andries de Bruin MBA,                               in functie sinds 1 juli 2005
De heer Jeffrey Stephen Pickard,                                      in functie sinds 1 juli 2007

 

Gang van zaken bij de oplichting

A     Keizer c.s. en het bestuur van de Vereniging geven deskundigen in het geheim opdracht belangrijke eigendommen van de Beheermaatschappij buiten de waardering te houden.

De eerste zichtbare stap in deze oplichtingsaffaire blijkt uit het document dat Keizer bij zijn persconferentie in april 2017 heeft uitgedeeld. Daaruit blijkt dat het management van de Beheermaatschappij onder het mom van interne cijfers valse informatie aan een waardeerder had gegeven: dat het eigen vermogen van de beheermaatschappij € -15  miljoen bedroeg[4], terwijl het  in werkelijkheid € 20  miljoen positief was. Ook blijkt uit het document dat Keizer c.s. deze deskundige hebben gevraagd om belangrijke activa van de Beheermaatschappij (de verzekeringsactiviteiten en het Duitse vastgoed die tezamen bijna de helft van de waarde van de Beheermaatschappij vormen) buiten de waardering te houden.

Vervolgens geven het bestuur van de Vereniging en Keizer c.s. in mei- september 2012 tezamen ook aan andere deskundigen waarderingsopdrachten met als voorwaarde dat de verzekeringsactiviteiten en het Duitse vastgoed buiten de waardering worden gehouden. Het bestuur en Keizer c.s. houden dit voor de Ledenraad geheim. Ook houden het bestuur van de vereniging en de directie van de Beheermaatschappij voor de ledenraad geheim dat de waarderingsrapporten als gevolg van de door hen gestelde voorwaarde slechts 60% van de werkelijke waarde van de aandelen in de beheermaatschappij weergegeven. Door deze hoogst ongebruikelijke voorwaarde aan de deskundigen te stellen en deze voorwaarde voor de Ledenraad geheim gehouden hebben het bestuur van de Vereniging en de directie van de Beheermaatschappij aan de Ledenraad een valse voorstelling van zaken gegeven waardoor de Vereniging voor miljoenen euro’s werd benadeeld.

In september 2012 bespreekt het bestuur de uitgebrachte waarderingsrapporten en onderhandelt met Keizer c.s. Het bestuur van de Vereniging en de directie van de Beheermaatschappij als aspirant koper wisten tijdens deze onderhandelingen dat de waarderingsrapporten als gevolg de door hen gestelde voorwaarden nauwelijks meer dan de helft van de waarde van de aandelen in de Beheersmaatschappij weergaven.

Het bestuur en haar adviseur houden voor de Ledenraad geheim dat zij door de eis dat belangrijke activa buiten de waardering zouden blijven de deskundigen hebben bewogen waarderingen af te geven die niet corresponderen met de waarde van de aandelen in de Beheersmaatschappij maar tot aanzienlijk lagere waarderingen kwamen.

Bestuur verzwijgt beëindigingswinst van meer dan € 6.000.000 van de uitvaartverzekeringen
Het bestuur van de vereniging en Keizer c.s. hebben naar voren gebracht dat de verzekeringsactiviteiten marginaal waren en afgestoten moesten worden. Voor de ledenraad is verzwegen dat de verzekeringsactiviteiten met een grote winst beëindigd zouden kunnen worden. Immers, met de ASR was in de loop van 2012 reeds afgesproken dat die verzekeraar op 1 mei 2013 alle verzekeringsverplichtingen zou overnemen tegen betaling van € 33.000.000 door de Beheermaatschappij. Eind 2011 was de technische voorziening voor uitvaartverplichtingen al € 33.767.567. Alleen reeds op basis van dat feit zou de overdracht van alle verzekeringsverplichtingen voor Facultatieve Verzekeringen NV een winst van € 767.567 opleveren. Tezamen met het eind 2011 binnen de nv aanwezige eigen vermogen van € 6.255.312 hadden de verzekeringsactiviteiten voor de Beheermaatschappij een waarde van € 7.022.879. Dit is voor de ledenraad verzwegen. Eind 2012 was de technische voorziening voor verzekeringsverplichtingen tot € 34.243.811 gestegen[5]  en het eigen vermogen door ingehouden winst tot € 9.095.538. De intrinsieke waarde van Facultatieve Verzekeringen NV bedroeg eind 2012 dus € 10.339.349.

De intrinsieke waarde van de 50% deelneming in het Duitse vastgoed was eind 2011 € 1.687.522. De buiten de waardering gehouden activa waren in totaal eind 2012 dus € 12.026.871 waard. Door van de deskundigen te eisen dat deze activa bij de waardering van de aandelen Beheermaatschappij buiten beschouwing moesten blijven hebben het bestuur van de Vereniging en het zittende management van de Beheermaatschappij de waarderingen door deskundigen met € 12 miljoen verminderd[6] en daarmee gezamenlijk de vereniging voor dit bedrag benadeeld.

Dat deze verzwijging geen toeval was naar bewuste politiek om de ledenraad te misleiden is zeer aannemelijk gezien het feit dat het totaal op leugens gebaseerde BDO rapport door het bestuur buiten beschouwing is gelaten. Het bestuur heeft dit voor de ledenraad geheim gehouden.

Op 23 november moeten de directie van de Beheermaatschappij en het bestuur van de Vereniging van deze ontwikkeling op de hoogte geweest.

B     Op willekeur gebaseerde voorkeur voor verkoop aan het management.

De plannen van het bestuur van de Vereniging om de aandelen in de Beheermaatschappij aan het zittende management te verkopen stammen blijkens door Keizer op zijn persconferentie uitgedeelde documenten uit september 2012 of eerder.

Verkoop van de Beheermaatschappij aan een Nederlandse concurrent verdient volgens het bestuur van de Vereniging geen voorkeur omdat die partijen onvoldoende ervaring in het buitenland hebben stelt het bestuur zonder verwijzing naar enig onderzoek.[7] Overdracht aan een buitenlandse partij is problematisch omdat buitenlandse partijen weinig succesvol zijn op de Nederlandse Europese markt, stelt het bestuur eveneens zonder verwijzing naar onderzoek of feitenmateriaal.[8] Nederlandse partijen worden dus zonder enig onderzoek ongeschikt bevonden omdat zij onvoldoende ervaring in het buitenland hebben en buitenlandse partijen worden eveneens zonder enig onderzoek ongeschikt bevonden omdat zij onvoldoende succesvol in Nederland zijn. Door deze onjuiste redenering aan de Ledenraad te presenteren effent het bestuur het pad voor verkoop aan het zittende management.

Het bestuur vraagt in haar 1 november notitie ‘toestemming van de Ledenraad om op het traject Management Buy Out door te gaan en onderhandelingen te voeren over de verkoopprijs’[9]. Het bestuur verzwijgt voor de Ledenraad dat zij reeds in september 2012 onderhandelingen met het management heeft gevoerd en camoufleert daarmee haar vooropgezette wil om de onderneming aan het zittende management te verkopen.

C     Bestuur geeft valse voorlichting aan de Ledenraad omtrent de waarderingen van deskundigen.

Het bestuur stelt in haar voor de Ledenraad stemde notitie van 14 november 2012 dat de waarde van de aandelen op basis van de calculaties van de 3 bureaus “tussen de 11 en 16 miljoen euro moest liggen”. Dit was onwaar. Onderstaande deskundigen hebben waarderingsopdrachten van het bestuur van de Vereniging gekregen.[10]

BDO corporate finance                         €   5,9 miljoen
Borrie corporate finance                       € 16,2 miljoen
Deloitte corporate finance                     € 16,8 miljoen

Rapport BDO Corporate Finance
BDO komt op een indicatieve waarde van de aandelen in de Beheermaatschappij van € 5,9 miljoen.
BDO kreeg op 3 mei 2012 van de Raad van Bestuur van de Beheermaatschappij opdracht een grove indicatie te geven van de waarde van 100% van de aandelen in deze vennootschap exclusief Facultatieve verzekeringen NV en Boenninghausen Onroerend Goed BV. Het belangrijkste uitgangspunt voor BDO was: ‘De waardebepaling is uitgevoerd op hoofdlijnen waarbij er alleen doorrekening heeft plaatsgevonden op de aangeleverde interne cijfers en de toelichting daarop.’
Op basis van de aangeleverde interne cijfers en de toelichting daarop komt BDO tot een negatief eigen vermogen van € 15.075.000.

Rapport Borrie Corporate finance
Borrie Corporate Finance komt op een economische waarde van de aandelen van € 16,2 miljoen per eind 2011, exclusief de netto vermogenswaarde van Facultatieve Verzekeringen N.V. De intrinsieke waarde van deze deelneming was eind 2011 ruim € 6 miljoen. Eind 2012 was deze € 9.095.000.

Rapport Deloitte Corporate finance
Deloitte komt tot een indicatieve waarde per eind 2011 tussen € 14,8 miljoen en € 19,1 miljoen met als ‘mid-point’ van € 16,8 miljoen. In een concept rapport aan het bestuur vermeldt Deloitte: ‘Het management van Beheermaatschappij heeft haar interesse kenbaar gemaakt om 100% van de aandelen van De Facultatieve (Beheermaatschappij exclusief Facultatieve Verzekeringen NV en exclusief Boenninghausen Onroerend Goed BV) te verkrijgen via een management buy-out.

Het bestuur schrijft in haar 1 november notitie:
‘Het Bestuur heeft om tot een goede vergelijking te komen uiteraard gekeken naar de onderbouwing en rekenmethodes van de verschillende bureaus. Het bestuur heeft vervolgens nader overleg gevoerd en aanvullende toelichting en advies ingewonnen bij Deloitte Corporate Finance. Het bestuur constateert dat de waarde van de aandelen op basis van de calculaties van de 3 bureaus tussen de 11 en € 16.000.000 moest liggen en vervolgens vastgesteld dat met het management onderhandeld zou worden met als startpunt een bedrag tussen de 10 en de € 15.000.000.’

Deze tekst getuigt van een redelijk hoge mate van bewustzijn en inzicht. Hiermee wordt de Ledenraad misleid. Het bestuur had al maanden eerder met het management onderhandeld. Door deze passage houdt het bestuur van de Ledenraad geheim dat zij van het begin af aan heeft aangestuurd op verkoop de Beheermaatschappij aan Keizer c.s.

Het bestuur heeft voor de Ledenraad geheim gehouden dat de waarderingen van de deskundigen slechts op een deel van de eigendommen van de Beheermaatschappij betrekking hadden en dat geen rekening was gehouden met de waarde van de verzekeringsactiviteiten en het Duitse vastgoed.
Ook waren de cijfers 11 miljoen en 16 miljoen ten onrechte als range aangegeven. Op basis van de drie waarderingsrapporten die Keizer op zijn besloten persconferentie eind april 2017 heeft uitgedeeld moet geconstateerd worden dat de range hetzij tussen 5.900.000 euro en 16.800.000 euro bewoog, hetzij tussen 16.200.000 euro en 16.800.000 euro.

Met deze onjuiste weergave van de feiten “onderbouwt” het bestuur haar stelling dat met het management onderhandeld moet worden in de range 10.000.000 en 15.000.000. Deze onjuiste weergave gebruikt het bestuur vervolgens om het verkoopbedrag van € 12,5 miljoen te presenteren als in lijn zijnde met de waarderingen door de 3 deskundigen. In werkelijkheid ligt de waardering van € 16,5 miljoen in het verlengde van de waardering door deskundigen en zou na een korting van € 1,5 miljoen wegens management buy-out de onderneming voor € 15.000.000 aan het management zijn verkocht in plaats van voor € 12,5 miljoen. Nogmaals, het zij herhaald, dat daarbij activa voor een netto bedrag van € 10,7 miljoen buiten de waardering zijn gehouden. Wanneer de verkoopprijs zou zijn vastgesteld op basis van juiste door het bestuur aan de ledenraad verschafte cijfers en mededelingen, zouden verkoopprijs niet € 12,5 miljoen zijn geweest maar € 25,7 miljoen.

Opmerkelijk is dat het bestuur voorbij is gegaan aan het concept waarderingsrapport van BDO dat op € 5,9 miljoen uitkwam en op flagrante onwaarheden van Keizer c.s. was gebaseerd. Het bestuur moet beseft hebben dat Keizer c.s. reeds in mei 2012 hebben gepoogd de Vereniging op te lichten door onjuiste cijfers aan BDO te presenteren. Nog opmerkelijker is dat het bestuur van de Vereniging desondanks haar voorkeur voor verkoop van de Beheermaatschappij aan Keizer c.s. heeft gehandhaafd.

E Besluitvorming Ledenraad
Het bestuur krijgt in de vergadering van 23 november 2012 van de Ledenraad goedkeuring om ‘het gehele aandelenbezit in de Besloten Vennootschap Beheermaatschappij  “de Facultatieve” voor € 12.500.000 te verkopen aan een door het zittende management op te richten entiteit’. Nog steeds houdt het bestuur voor de Ledenraad geheim dat de waarderingen slechts op een deel van de activa van de Beheermaatschappij betrekking hebben.
Op 20 december verkoopt het bestuur, zonder door de Ledenraad daartoe gemachtigd te zijn, alle aandelen in de Beheermaatschappij voor € 30.000 aan het zittende management. Tenslotte houdt het bestuur deze verkoop voor de Ledenraad geheim.

Enkele bewijsstukken/bijlagen worden u separaat toegezonden.

Op grond van  het voorgaande verzoek ik u de in deze aangifte genoemde persoenen te weten de heren

W.H.J.M. Hillebrandt
P.G. Kok
F.L.J. Jacobs
A.G. Daane
Mr. dr. A. Hagemans
Judicus Marinus Henricus Jacobus Keizer
Patrick Paul Ghislain de Meyer
Jacob Andries de Bruin MBA
Jeffrey Stephen Pickard

te vervolgen ter zake van oplichting, omdat zij door middel van een samenweefsel van verdichtselen de Ledenraad van de Vereniging hebben bewogen tot het aangaan van de verkooptransactie van € 12,5 mln. en het accepteren van de verkooptransactie van € 30.000.

SOBI en ondergetekende in persoon zijn bereid aanvullende informatie ter beschikking te stellen.

Namens stichting SOBI verzoek ik u binnen 2 maanden na datering van deze brief schriftelijk te bevestigen dat u zult overgaan tot strafvervolging tegen de directieleden van de Beheermaatschappij en de bestuursleden van de Vereniging wegens oplichting van de Vereniging en misleiding van de ledenraad bij gebreke hiervan SOBI een op artikel 12 Wetboek van Strafrecht gebaseerde vordering tegen U zal  instellen.

Hoogachtend,

 

 

Pieter Lakeman,
voorzitter SOBI

 

[1] Gevestigd aan de Van Stolkweg 29A te 2585 JN Den Haag,

[2] de Facultatieve Groep BV is op 20 december 2012 opgericht door de persoonlijke houdstermaatschappijen van de 4 directieleden van de Beheermaatschappij.

[3] Deze titel komt voor in de notulen van de vergadering van de ledenraad op 23 november 2012.

[4] Zie Bijlage 1.

[5] financieel verslag 2012 facultatieve verzekeringen gedeponeerd op 26 augustus 2013.

[6] situatie per eind 2012. De situatie per 1 november 2012 zou € 2.000.000 lager kunnen zijn.

[7] notitie bladzijde 8

[8] notitie bladzijde 8.

[9] notitie bladzijde 9.

[10] Met uitzondering van BDO corporate finance die de opdracht van het management van de Beheermaatschappij had ontvangen.

Persbericht